Discussie thuis
“Dus jij blijft je best doen voor iemand die niets wil?”, zegt mijn man verbaasd. Hij kan er niet over uit. We zitten aan tafel en kletsen over onze werkdag. Zojuist vertelde ik van een obese dame met forse hypertensie die niet te motiveren is tot leefstijlverandering. “Als ik jou was, had ik gezegd dat zij in het vervolg niet meer op je spreekuur hoeft te komen”, zegt mijn man. “Dit is toch zonde van je tijd en het geld?”
Tja, ergens geef ik hem gelijk. Soms voelt het als trekken aan een dood paard.
Wéér dat stoppen-met-roken-advies bij die kortademige COPD’er.
Wéér die onverzorgde tenen bij de voetcontrole.
Wéér een cholesterolstijging bij die HVZ-risicopatiënt.
Waarom wil ik de patiënt zo graag aanzetten tot leefstijlverandering? Natuurlijk om gezondheidsschade te voorkomen of beperken. Een gezonde leefstijl is het beste medicijn! Maar wat als de patiënt niet wil? Dan wil de patiënt niet. Punt uit. Uiteraard ga ik deze patiënt niet de deur wijzen, maar met juiste gespreksvoering de motivatie van de patiënt zien aan te wakkeren.
Wat vindt de patiënt belangrijk?
Wat is diens situatie?
Wat is de reden waarom de patiënt nu niet wil?
Gewoonten zijn er vaak jarenlang, die zijn niet eenvoudig te veranderen. Wat is het fijn als je merkt dat de patiënt zich vertrouwd bij je voelt. Dat ze hun worstelingen met je durven te delen zonder veroordeeld te worden. De POH mag een luisterend oor bieden, de tijd nemen en empatisch zijn. Des te mooier als er dan toch stap voor stap gedragsverandering optreedt.
Het is wel weer duidelijk: wij spelen als praktijkondersteuner een belangrijkerol in leefstijladvisering.
“Wat heb ík toch een mooi beroep!” zeg ik tegen mijn man.
Mandy Varkevisser