Toelichting en nadere uitleg overgangsregeling leeftijdsuren
Naar aanleiding het principeakkoord Cao Huisartsenzorg 2019-2020 is afgesproken dat cao-partijen gezamenlijk duidelijkheid creëren over of de zogenaamde “leeftijdsdagen” (artikel 8.1 lid b en c) die in het kader van het overgangsregime blijven gelden als een werknemer zijn of haar dienstverband bij de ene werkgever beëindigt en een nieuw dienstverband bij een andere werkgever aangaat, beiden vallend onder de werkingssfeer van de Cao Huisartsenzorg. Cao-partijen hebben in de Cao 2019-2020 duidelijkheid gecreëerd en afspraken gemaakt hoe dit moet worden uitgelegd.
Met ingang van 1 januari 2019 geldt dat als de arbeidsovereenkomst bij de ene werkgever is geëindigd en de werknemer een nieuw dienstverband bij een andere of dezelfde werkgever aangaat (beiden vallend onder de werkingssfeer van de Cao Huisartsenzorg) artikel 8.1.b en artikel 8.1.c. op dat nieuwe dienstverband van toepassing zijn. Voorwaarde is wel dat beide dienstverbanden elkaar hebben opgevolgd met een tussenpoos van ten hoogste 6 maanden.
In die gevallen dat er tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 sprake is geweest van een nieuw dienstverband binnen de werkingssfeer van de Cao Huisartsenzorg, binnen het tijdvak van 6 maanden aangegaan en de leeftijdsuren conform 8.1.b en 8.1.c niet zijn overeengekomen tussen werkgever en werknemer, heeft werknemer recht op deze uren vanaf 1 januari 2019. Er is geen recht op deze uren met ingang van een eerder tijdstip dan 1 januari 2019, zodat er geen aanspraak met terugwerkende kracht geldend kan worden gemaakt door de werknemer.
Ten aanzien van de werkgever en werknemer die tussen 31 december 2015 en 1 januari 2019 de overgangsregeling hebben toegepast in de zin van bovenstaande toelichting van artikel 8.1.b en 8.1.c door toekenning van die uren aan werknemer -al dan niet bij het aangaan van een nieuw dienstverband en ongeacht de periode van onderbreking- wijzigt er niets.