25 Jaar praktijkondersteuner 

27-02-2025

Een succesverhaal met uitdagingen

Dit jaar vieren we een bijzondere mijlpaal: de functie van praktijkondersteuner huisartsenzorg (POH/PVK) bestaat 25 jaar. In 1999 ging de eerste opleiding van start en in 2000 begonnen de eerste gediplomeerde praktijkondersteuners hun werk in de huisartsenpraktijk. Wat begon als een experiment in de huisartsenzorg, is inmiddels uitgegroeid tot een onmisbare schakel in de eerstelijnszorg. Maar hoe is deze ontwikkeling verlopen en welke uitdagingen liggen er nog voor ons?

Van nieuwkomer naar onmisbare schakel
Toen de POH vijfentwintig jaar geleden zijn intrede deed, waren er veel vragen en twijfels. Hoe zouden patiënten reageren? Zou de huisarts-patiënt relatie er niet onder lijden? En hoorde deze zorg niet exclusief bij de huisarts? Ik werkte in die tijd bij het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en herinner me nog goed de discussies rondom de implementatie van de Handreiking Het ondersteunend team in de huisartsenvoorziening. Toch zagen de meeste huisartsen ook kansen: de POH kon de meer routinematige taken rondom chronische zorg voor diabetes type 2, CVRM en astma/COPD overnemen, waardoor de huisarts zich kon richten op andere medische zorg.

Nu, een kwart eeuw later, kunnen we stellen dat de praktijkondersteuner niet meer weg te denken is uit de huisartsenpraktijk en een cruciale rol vervult. Ik durf te beweren dat mede door de POH/PVK de huisartsenpraktijk continuïteit van zorg kan blijven bieden, in een tijd waarin de druk op de huisartsenzorg enorm hoog is.

Kwaliteit onder druk
Het succes van de POH heeft echter ook een keerzijde. De vraag naar praktijkondersteuners is groot en commerciële opleidingen spelen hierop in. Dit leidt tot een variëteit in de kwaliteit van afgestudeerden. Daarom pleit de NVvPO al jaren voor een erkende beroepsopleiding. Dit heeft niets te maken met de wens om zelfstandig medische handelingen uit te voeren, daar is geen behoefte aan. Wat wél nodig is, is supervisie op de opleidingen om de kwaliteit te waarborgen.

Diploma POH en/of POH-ggz
Een ander probleem is dat een diploma POH geen titelbescherming biedt. Iedere medewerker in de huisartsenpraktijk kan praktijkondersteuner genoemd worden. Het wordt de NVvPO wel eens aangerekend dat er ondertussen een alfabet aan POH’s bestaat, maar daar moeten huisartsen toch echt de hand in eigen boezem steken. Wat de NVvPO betreft is de POH iemand die een diploma POH en/of POH-ggz op zak heeft. Natuurlijk zijn er POH’s die zich daarna specialiseren in de richting van ouderenzorg of leefstijl, maar dit zijn nog steeds POH’s.

Wildgroei aan varianten
Maar laten we eerlijk zijn: een maatschappelijk werker die budgetadvies geeft, blijft een maatschappelijk werker en geen POH-F(inanciën). En iemand die zich richt op digitalisering? Die noemen we gewoon een digicoach en geen POH-E(-health). Een fysiotherapeut die in een huisartsenpraktijk werkt, blijft een fysiotherapeut en geen POH-B(ewegen). Maar deze medewerkers werken tenminste nog in de huisartsenpraktijk. Wat me ook zorgen baart, is dat een ondersteunende medewerker in een fysiotherapiepraktijk zich praktijkondersteuner noemt en dit soms afkort naar POH. En ook bedrijfsartsen maken tegenwoordig gebruik van praktijkondersteuners. 

POH beschermen
Ik vind dat we samen moeten waken over de kwaliteit en herkenbaarheid van de functie. De wildgroei aan benamingen en werkgebieden draagt niet bij aan duidelijkheid voor patiënten en zorgverleners. Het risico bestaat dat het succes van de POH hierdoor juist onder druk komt te staan. En daar heeft niemand baat bij. Niet de patiënt, niet de huisarts, niet de maatschappij en zeer zeker niet de praktijkondersteuner zelf.

De praktijkondersteuner is een begrip geworden. En lang niet meer alleen in de huisartsenzorg. Laten we de kracht van de praktijkondersteuner blijven benutten en tegelijkertijd zorgen voor heldere kaders. Zo blijft de POH ook de komende 25 jaar een betrouwbare en gewaardeerde professional in de huisartsenzorg.

Anika Corpeleijn
directeur-bestuurder NVvPO