Pan vol kippenpoten

16-04-2022

“Ik kan niet lang blijven, want er staat thuis een pan vol kippenpoten te braden” zegt meneer als hij mijn spreekkamer binnen loopt. “Wat lekker!”, mijn maag begint te knorren want het is bijna lunchtijd. “Krijgt u eters vandaag?” vraag ik, terwijl ik stiekem het antwoord al weet: “Nee, ik eet het allemaal zelf op”.

Meneer komt al jaren bij mij voor de CVRM-controles. Er is sprake van zelfmanagement, want hij houdt nauwkeurig zijn bloeddruk- en labwaardes bij. Er schort weleens wat aan en dat vindt hij niet fijn. De bloeddruk is vaak tegen de bovengrens, er is sprake van overgewicht, de nierfunctie loopt langzaam achteruit en de leverwaardes zijn niet altijd in orde. Op zich niet vreemd, want meneer rookt, houdt van zout in het eten, drinkt dagelijks drie eenheden alcohol en die hoeveelheid kippenpoten in de pan is niet bepaald een uitzondering.

Ondanks dat meneer niet veel tijd heeft, begint hij spontaan te vertellen: “Vroeger was het wel anders. Ik heb de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Als zesjarige jongen lag ik huilend in bed, niet kunnen slapen van de honger. Ik smeekte mijn vader of hij wat te eten voor mij had, toen ik hem ’s avonds thuis hoorde komen. Uit zijn broekzak haalde hij een oud korstje brood. Wat was ik blij!”

Ineens besef ik weer dat iedere patiënt een eigen verhaal heeft. Meneer heeft na zijn moeilijke jeugdjaren besloten nooit meer honger te willen lijden, met als keerzijde dat hij nu regelmatig te veel eet. De volgende keer ga ik hier bij hem verder op in, want meneer staat nu alweer met zijn jas aan.

“Fijn, dat mijn bloeddruk goed is. Ik let sinds ons vorige gesprek wat meer op het zoutgebruik. Is het goed als ik over vier maanden weer bij je voor controle kom?” “Afgesproken! Eet smakelijk van de kippenpoten.”

Mandy Varkevisser