Vijf vragen over onbedoeld gewichtsverlies
Onbedoeld gewichtsverlies komt regelmatig voor bij patiënten in ziekenhuizen, verpleeghuizen en in de thuiszorg. Een antwoord op vijf veel gestelde vragen.
1. Wanneer spreekt men van onbedoeld gewichtsverlies?
Ondervoeding is een acute of chronische toestand waarbij een tekort of disbalans van energie, eiwit en andere voedingsstoffen leidt tot meetbare, nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en klinische resultaten. Of iemand ondervoed is, hangt af van meerdere factoren. Dat maakt de diagnose complex.
De Global Leadership Initiative on Malnutrition (GLIM) heeft eind 2018 consensus-criteria gepubliceerd voor het vaststellen van ondervoeding. Deze gelden wereldwijd als de nieuwe standaard, ook in Nederland(1).
De beoordeling verloopt volgens GLIM in twee stappen:
1. Screening op het risico van ondervoeding met een gevalideerd instrument;
2. Lijkt er sprake van ondervoeding, dan wordt vastgesteld of een patiënt daadwerkelijk ondervoed is en zo ja, in welke mate.
Van ondervoeding is sprake als een patiënt voldoet aan ten minste één kenmerkende factor en ten minste één oorzakelijke factor van ondervoeding. Iemand is ernstig ondervoed als hij daarbij voldoet aan ten minste één kenmerkende factor voor ernstige ondervoeding. Tabel 1 en 2 geven een overzicht van de diverse kenmerkende en oorzakelijke factoren die meetellen.
2. Hoe vaak komt ondervoeding voor?
Volgens landelijke prevalentiecijfers is in het ziekenhuis 15 tot 25% van de patiënten ondervoed. In het verpleeghuis geldt dit voor 10 tot 15% en van de patiënten met thuiszorg is 15 tot 30% van de patiënten ondervoed(3). In een studie uitgevoerd in 2012 bleek 30-40% van de thuiswonende ouderen met thuiszorg in ons land ondervoed. Bij thuiswonende ouderen die bij de huisarts een griepprik kwamen halen en bij thuiswonende ouderen in het LASA-cohort (Longitudinal Aging Study Amsterdam) nam de prevalentie toe met de leeftijd, tot 20% in de oudste leeftijdsgroep van 85 jaar of ouder(2).
3. Wat zijn de oorzaken?
Onbedoeld gewichtsverlies kan een lichamelijke, geestelijke, sociale of medische oorsprong hebben, of een combinatie hiervan. Bij lichamelijke factoren kun je denken aan verminderde mobiliteit, vermoeidheid, verminderde reuk en smaak en een gebrek aan eetlust. Ook moeite met het bereiden van eten of geen mogelijkheid hebben om zelf boodschappen te doen spelen mee. Angst, depressie en verminderde cognitie zijn geestelijke factoren die effect kunnen hebben op de voedingsstatus, net als sociale factoren als eenzaamheid, verdriet en armoede. Ook medische problemen zoals ziekte, medicijngebruik, verminderde eetlust, gebitsklachten en slikproblemen, een verstoorde vertering en absorptie kunnen leiden tot onbedoeld gewichtsverlies(2).
4. Wat zijn de gevolgen?
Ondervoeding heeft ingrijpende gevolgen. Het kan leiden tot gewichtsverlies, verlies van spiermassa en een verminderde weerstand en herstel na een operatie of ziekte. Patiënten hebben daarnaast een verhoogde kans op complicaties, zoals infecties, slechte wondgenezing en een hogere sterftekans. Ondervoeding kan ook leiden tot sociaal isolement, verminderde kwaliteit van leven, lichamelijke en geestelijke achteruitgang en een hoger zorggebruik(2).
5. Hoe herken je patiënten met onbedoeld gewichtsverlies?
Vroege herkenning en behandeling van onbedoeld gewichtsverlies is belangrijk. Tijdig ingrijpen kan helpen de ernst van het onbedoeld gewichtsverlies te beperken, en daarmee de behoefte aan (meervoudige) zorg verminderen. Een patiënt kan thuis in een vroeg stadium worden gescreend door de huisarts, praktijkverpleegkundige, praktijkondersteuner of door de thuiszorg. Dit kan het aantal patiënten dat met ondervoeding in het ziekenhuis wordt opgenomen helpen verminderen3. De Short Nutritional Assessment Questionnaire (SNAQ) is een voorbeeld van een screeningsinstrument dat wordt ingezet.
Thuiswonende kwetsbare ouderen, patiënten met één of meerdere (chronische) ziekten, en patiënten die veel medicatie gebruiken, lichamelijk beperkt zijn of een alcohol- of drugsprobleem hebben moeten extra goed in de gaten gehouden worden. Dit geldt ook voor mensen die net uit het ziekenhuis zijn ontslagen(3).
Meer weten over gewichtsverlies en spiergezondheid bij ouderen of gezond ouder worden?
Bekijk de website van FrieslandCampina Institute en ontdek wat zij nog meer te bieden hebben. FrieslandCampina Institute biedt voedings-, gezondheids- en medische professionals wetenschappelijke informatie, geaccrediteerde congressen en e-learnings, rondetafel sessies en praktische tools op een breed scala van voedings- en gezondheidsgerelateerde onderwerpen. Van gezondheid in alle levensfasen tot de voedingskundige samenstelling van melk en zuivelproducten.
Referenties
1. Cederholm T, Jensen GL, Correia MITD, et al. GLIM criteria for the diagnosis of malnutrition – A consensus report from the global clinical nutrition community. Clin Nutr. 2019;38(1):1-9. doi:10.1016/j.clnu.2018.08.002
2. Kruizenga H, Beijer S, Huisman-de Waal G, et al. Richtlijn Ondervoeding. Stuurgroep Ondervoeding; 2019.
3. Dieetbehandelingsrichtlijn: Ondervoeding – Harde kaart. Accessed January 10, 2023. https://www.dieetbehandelingsrichtlijnen.nl/richtlijnen/17HK_ondervoedin…